afpeuzelen
- Geluid: afpeuzelen (hulp, bestand)
- af·peu·ze·len
- samenstelling van af bw en peuzelen ww
afpeuzelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afpeuzelen |
peuzelde af |
afgepeuzeld |
zwak -d | volledig |
- iets langzaam en met smaak helemaal opeten
- het eetbare van iets afbijten en opeten
- [1] opeten
- Het woord 'afpeuzelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.