afhakken
- af·hak·ken
- samenstelling van af bw en hakken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afhakken |
hakte af |
afgehakt |
zwak -t | volledig |
afhakken
- overgankelijk door te hakken iets afscheiden
- De zijtakken werden eerst van de gevelde boom afgehakt.
- Het woord afhakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afhakken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be