Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·flu·en·za
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het Engelse affluence ('overvloed') en influenza (de wetenschappelijke benaming voor het griepvirus).
enkelvoud meervoud
naamwoord affluenza affluenza's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de affluenzav / m

  1. denkbeeldige ziekte die veroorzaakt wordt door een overdaad aan rijkdom en materiële overvloed
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen