afdrinken
- af·drin·ken
- samenstelling van af en drinken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afdrinken |
dronk af |
afgedronken |
klasse 3 | volledig |
afdrinken
- leegdrinken, uitdrinken, beëindigen
- Kom, ouwe jongen. De tijd heelt alle wonden. Laten we het gaan afdrinken!
- Het woord afdrinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdrinken" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be