Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·vies·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adviesprijs adviesprijzen
verkleinwoord adviesprijsje adviesprijsjes

Zelfstandig naamwoord

de adviesprijsm

  1. (economie) verkoopsprijs die door producenten van een product wordt aanbevolen
     Ook de benzineprijs daalt. De gemiddelde landelijke adviesprijs is volgens consumentencollectief United Consumers vandaag 2,229 euro voor een liter Euro95. Op 23 februari was dat 2,195 euro. De prijs is dus nog maar een paar centen hoger dan voor de oorlog. Maar dat is dus wel inclusief de accijnsverlaging van 17 cent die sinds 1 april geldt.[1]
     Wanneer verkopers over hoge kortingen tot wel 44 procent spreken, wordt dat percentage volgens de Consumentenbond gebaseerd op de adviesprijs voor een nieuw toestel. "De actuele laagste prijs ligt echter veel lager en de aanbieders stellen de zaken dan ook te rooskleurig voor."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Olieprijs bijna op niveau van voor oorlog, mede door minder vraag uit China” (MA 11 APRIL 2022), NOS
  2.   Weblink bron “Consumentenbond: 'goedkopere' refurbished iPhones zijn flinke gok” (28-02-2018), NOS