advertentierubriek
- ad·ver·ten·tie·ru·briek
- samenstelling van advertentie zn en rubriek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | advertentierubriek | advertentierubrieken |
verkleinwoord | advertentierubriekje | advertentierubriekjes |
- deel van een krant of tijdschrift waar advertenties voor gelijksoortige producten bij elkaar staan
- ▸ En dan: In de advertentierubriek van The New York Times ontdekt hij de tekst ‘goedkope pianoleraar. Spec. lange erv. Voor gev. en beg. Manhttn. Mr. D. Solomon.’ Dat is precies wat hij nodig heeft.[2]
- ▸ De Persgroep lanceert een gratis weekblad in het arrondissement Antwerpen. De inhoud zal vooral bestaan uit stadsnieuws, service- en advertentierubrieken. Dat schrijft de krant De Morgen .[3]
- Het woord advertentierubriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Persgroep lanceert gratis weekblad in Antwerpen” (01/09/2000), De Standaard