adolescentieperiode
- ado·les·cen·tie·pe·ri·o·de
- samenstelling van adolescentie zn en periode zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adolescentieperiode | adolescentieperioden adolescentieperiodes |
verkleinwoord | - | - |
de adolescentieperiode v
- deel van zijn leven waarin een persoon in de adolescentie verkeert
- Het woord adolescentieperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.