• ad·mi·nis·tre·ren·de
vervoeging van: administreren
verbogen vorm: administrerendee

administrerende

  1. verbogen vorm van administrerend, het onvoltooid deelwoord van administreren
  • ad·mi·ni·stre·ren·de
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud administrerende
o enkelvoud administrerende
meervoud administrerende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
administrerende

administrerende

  1. leidend, leidinggevend
  • administrerende direktør
bestuursvoorzitter, gedelegeerd bestuurder of algemeen directeur
  • administrerende overlæge
chefarts
  • administrerende oversygeplejerske
leidende verpleegkundige

administrerende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van administrere


  • ad·mi·ni·stre·ren·de
Naar frequentie 19436
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud administrerende
o enkelvoud administrerende
meervoud administrerende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
administrerende

administrerende

  1. leidend, leidinggevend
    «Vår administrerende banksjef ønsker å fratre sin stilling på nyåret i 2011.»
    Onze leidinggevende bankdirecteur wenst in het nieuwe jaar in 2011 van zijn positie af te treden.
  • administrerende direktør
bestuursvoorzitter, gedelegeerd bestuurder of algemeen directeur

administrerende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van administrere