adamsvork
- adams·vork
- samenstelling van Adam en vork met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adamsvork | adamsvorken |
verkleinwoord | adamsvorkje | adamsvorkjes |
- vingers
- met zijn adamsvork eten
- met de hand, met de vingers eten
- Het woord 'adamsvork' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.