• ad-hoc·be·slis·sing
enkelvoud meervoud
naamwoord ad-hocbeslissing ad-hocbeslissingen
verkleinwoord

de ad-hocbeslissingv

  1. snel genomen beslissing die niet past in een algemeen beleid en waarover niet goed is nagedacht
    • Alleen stapte dat nieuwe publiek pas in een auto als het zeker wist dat een witgekleurde piste wachtte achter de horizon. 'Zonder sneeuwgarantie heb je als wintersportgebied daarom eigenlijk geen bestaansrecht meer', zegt Romani. 'Mensen wachten tot het laatste moment met het boeken van hun wintersportvakantie en houden via apps en webcams constant sneeuwhoogten in de gaten. Skigebieden moeten het hele seizoen witte pistes hebben om in te spelen op die ad-hocbeslissingen.'[1] 
    • CNV-bestuurder Ike Wiersinga noemt de nieuwe ontslagronde 'de zoveelste ad-hocbeslissing over de hoofden van werknemers heen'. 'De harde, persoonlijke werkelijkheid is dat deze reorganisaties bij ING de gewone bankmedewerkers treffen, de schadebehandelaar, de jurist en de ictér.'[2] 
  1. Volkskrant Lennart Bloemhof 6 december 2014 Dan maak je maar sneeuw
  2. Volkskrant JONATHAN WITTEMAN 8 november 2012 De schadebehandelaar, de ict'er en de jurist staan straks op straat