achttiende-eeuwer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • acht·tien·de-eeu·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achttiende-eeuwer achttiende-eeuwers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de achttiende-eeuwerm

  1. iemand die in de achttiende eeuw heeft geleefd

Gangbaarheid