achteruitsteken
- ach·ter·uit·ste·ken
- samenstelling van achteruit en steken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
achteruitsteken |
stak achteruit |
achteruitgestoken |
klasse 4 | volledig |
achteruitsteken [1]
- onovergankelijk een voertuig achteruitrijdend inparkeren
- Het woord achteruitsteken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.