achterelkaar
- ach·ter·el·kaar
- samenstelling van achter en elkaar
achterelkaar
- (figuurlijk) onmiddellijk, zonder onderbreking
- Hij reed achterelkaar naar huis toen hij hoorde dat zijn vrouw bevallen was van een tweeling.
- in de letterlijke betekenis 'na elkaar' wordt achter elkaar als twee losse woorden geschreven
- Hij verloor twee wedstrijden achter elkaar.
- Het woord achterelkaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.