achtcilindermotor

  • acht·ci·lin·der·mo·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord achtcilindermotor achtcilindermotors
achtcilindermotoren
verkleinwoord

de achtcilindermotorm

  1. verbrandingsmotor met 8 verbrandingskamers
     Eenmaal achter het stuur van deze super-A8 verdwijnt de gêne van het gasgeven echter als sneeuw voor de zon. Hoe begaan je ook bent met de toekomst van onze planeet, de schier oneindige kracht en het verpletterende enthousiasme waarmee deze Audi presteert is ronduit verslavend. In een oogwenk (3,8 seconden) sprint hij naar de 100 kilometer per uur en dankzij twee turbo’s en 800 Newtonmeter trekkracht stroomt de achtcilindermotor over van de gretigheid. Met zulke motorreacties lokt elk stukje lege weg een extra duw tegen het gaspedaal uit. ‘Moet je voelen wat een power!’[2]
     ,,Zet er wel effekes bij dat het een 4.2 V8 Sport is, hè? Da’s belangrijk.” De achtcilindermotor van de S-Type laat hem glunderen. ,,Dat zit ’m in de beleving. Als ik hem start en ik hoor die V8 rochelen, dan kunnen m’n woon-werkritjes van Loon op Zand naar de winkel in Tilburg al niet meer stuk. Je hebt driehonderd pk en een koppel van hier tot ginder. Als ik hem op zijn staart trap blijft hij maar gaan, maar zodra je rustig rijdt, zakt het toerental naar tweeduizend en dat is ook heerlijk. De afgelopen maanden waren voor ons best uitdagend door het coronavirus, maar de liefde voor mijn auto’s werd alleen maar groter. Dan ga ik een stukje rijden, kan ik al mijn hersenspinsels kwijt en dan kom je er ook wel weer doorheen.”[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Roland Tameling
    “Vlaggenschip én zuipschuit: de nieuwe Audi S8 is even briljant als misplaatst” (11 jan. 2020), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Roland Tameling
    “‘Elektrisch rijden doen we op de kermis, mijn auto moet naar olie ruiken’” (6 jul. 2020), Tubantia