Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·com·pan·har
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

accompanhar

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) het begeleiden van de Tora als die in de synagoge van de ark naar de teba wordt gedragen (erefunctie)

Gangbaarheid

Verwijzingen