accompagnateur
- ac·com·pag·na·teur
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accompagnateur | accompagnateurs |
verkleinwoord | accompagnateurtje | accompagnateurtjes |
de accompagnateur m
- (muziek) persoon zijn die de muziekbegeleiding verzorgt, bijvoorbeeld op de piano, tijdens een optrede
- (beroep) iemand die mensen begeleidt tijdens reizen, uitstapjes, of evenementen
- Het woord 'accompagnateur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.