• ab·stract·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord abstractheid abstractheden
verkleinwoord

de abstractheidv

  1. de mate waarin iets alleen in de gedachten bestaat
     Burgemeester Ruud Severijns: "Het verzoek om asielzoekers te plaatsen is heel nobel, dat vindt ook iedereen, maar de abstractheid in Den Haag is toch iets anders dan de lokale realiteit. Daar kom je echt zeg maar op het niveau van buurten en wijken en daar moet je ook een goeie entree hebben."[1]
  2. (kunst) de mate waarin een schilderij is voortgekomen uit de verbeelding
  3. iets dat voortkomt uit de verbeelding of gedachtegang
  1.   Weblink bron “'Vluchtelingenprobleem crisis van historische proporties'” (2 juli 2015, 14:04), NOS