absolutist
- Geluid: absolutist (hulp, bestand)
- ab·so·lu·tist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | absolutist | absolutisten |
verkleinwoord | absolutistje | absolutistjes |
de absolutist m
- (politiek) een voorstander van het absolutisme
- Zij zijn al jarenlang absolutisten.
- Het woord absolutist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.