abandonar
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abandono | abandonava | abandonat |
1e vervoeging | volledig |
- IPA: /a.ban.do.ˈnar/
- a·ban·do·nar
abandonar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abandonar |
abandonaba |
abandonado |
volledig |
- onovergankelijk het opgeven, zich terugtrekken
- overgankelijk verlaten, achterlaten, in de steek laten
- opgeven (van een plan)
- verwaarlozen