Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aap·te na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
na-apen

aapte na

  1. enkelvoud verleden tijd van na-apen
    • Ik aapte na. 
    • Jij aapte na. 
    • Hij, zij, het aapte na. 


Gangbaarheid