aanzwepen
- aan·zwe·pen
- samenstelling van aan bw en zwepen ww
aanzwepen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanzwepen |
zweepte aan |
aangezweept |
zwak -t | volledig |
- van paarden: met de zweep aansporen
- van mensen: aansporen, stimuleren, opjagen
- Het woord 'aanzwepen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanzwepen" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be