aanzegger
- aan·zeg·ger
- Naamwoord van handeling van aanzeggen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanzegger | aanzeggers |
verkleinwoord | aanzeggertje | aanzeggertjes |
de aanzegger m
- (beroep) iemand die geboorte en dood aanzegt
- Het woord aanzegger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanzegger" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be