aanwervingexamen
- aan·wer·ving·exa·men
- samenstelling van aanwerving zn en examen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanwervingexamen | aanwervingexamens |
verkleinwoord |
het aanwervingexamen o
- examen dat men moet afleggen als men in aanmerking voor een bepaalde baan wil komen
- ▸ Het groot aanwervingexamen voor cipiers is zaterdag in Brussel begonnen. Meer dan 9.000 kandidaten hebben zich aangemeld. Zij zullen de komende weken getest worden door het federale selectiebureau Selor.[1]
- Het woord aanwervingexamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron kscherpenberg“Grote opkomst voor aanwervingexamen cipiers” (7 maart 2009 om 09:50)