aanwakkering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·wak·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling aanwakkeren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanwakkering | aanwakkeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanwakkering v
- het wakkerder of levendiger maken (van emoties en gevoelens)
- het feller laten branden van een vuur
Gangbaarheid
- Het woord aanwakkering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.