aanstalten
- Geluid: aanstalten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɑltə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·stal·ten
- alleen meervoud van Duits Anstalten zn als deel van de uitdrukking Anstalten machen zn [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | aanstalten |
verkleinwoord | - | - |
de aanstalten mv
- toebereidselen, voorbereidende maatregelen
- Wij maakten aanstalten om naar het feest te gaan.
- aanstalten maken
voorbereidingen treffen
- ∗ ' Ellis liep ermee terug naar de tafel, maar maakte geen aanstalten het boek zelfs maar in te kijken, al was duidelijk dat hij nieuwsgierig was.[3]
- ∗ Iets van dankbaarheid? Terwijl ik aanstalten maak om op te staan, houdt een merkwaardig gevoel me tegen.[4]
- ↑ aanstalten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The hous of books, ISBN 9789044363647
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503