aanspoeling
- Geluid: aanspoeling (hulp, bestand)
- aan·spoe·ling
- afleiding Naamwoord van handeling aanspoelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanspoeling | aanspoelingen |
verkleinwoord |
de aanspoeling v
- aan land komen door aan te spoelen vanuit het water
- ▸ In tegenstelling tot veel andere vissen is het zeepaardje in staat om aanspoeling op het strand te overleven. "Ze zijn blijkbaar zo robuust dat ze in een plasje zeewater kunnen overleven", zegt De Boer. Als de diertjes hersteld zijn, worden ze weer uitgezet op zee.[2]
- land dat ontstaan is door aanspoeling van materiaal uit het water
- Het woord 'aanspoeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zeepaardje gevonden op het strand? 'Breng het naar de opvang'” (Maandag 2 januari, 18:47), NOS