Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·lijn·ge·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanlijngebod aanlijngeboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aanlijngebodo

  1. wettelijke verplichting om een hond aan de lijn te houden / verbod om een hond los te laten lopen
     Na een ernstig bijtincident moet de eigenaar bovendien de hond laten inslapen en mag hij geen 'risicohonden' meer houden. Ook komen er zes handhavers die meldingen van het meldpunt onderzoeken en muilkorf- en aanlijngeboden uitreiken, schrijft RTV Rijnmond.[2]
     ’ In 2016 legde de gemeente ook al een aanlijngebod op ‘naar aanleiding van het bijtincident op 8 augustus en eerder dit jaar waarbij ook een persoon betrokken was’.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Rotterdam komt met streng beleid tegen agressieve honden” (02-11-2017), NOS
  3.   Weblink bron
    Floris Brandriet
    “Willemien (73) uit Gelderland laat teckel uit met een golfclub, uit angst voor de rottweiler van de buren” (28 jun. 2019), Tubantia