aankoopverantwoordelijke
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·koop·ver·ant·woor·de·lij·ke
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aankoop zn en verantwoordelijke zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aankoopverantwoordelijke | aankoopverantwoordelijken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aankoopverantwoordelijke v / m
- persoon in een organisatie die zorgt voor de inkoop van goederen en diensten bij externe partijen
- ▸ ‘Vroeger was het meer een taboe om een cadeautje in een tankstation te kopen’, zegt Nisken Willekens, aankoopverantwoordelijke bij Maes. ‘Die tijd is voorbij.’[1]
Gangbaarheid
- Het woord aankoopverantwoordelijke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Valentijn vergeten? Tankstation kan redding zijn” (Vrijdag 14 februari 2020 om 12:06), De Standaard