• aan·koop·di·rec·teur
enkelvoud meervoud
naamwoord aankoopdirecteur aankoopdirecteurs
verkleinwoord

de aankoopdirecteurm

  1. hoofd van de afdeling inkoop
     Maar het vertrouwen in de dienstensector bleef overeind en de tewerkstellingscomponent van de ISM-index (vertrouwen aankoopdirecteuren) voor de dienstensector steeg naar het op één na hoogste niveau van de voorbije vijf jaar.[1]


  1.   Weblink bron
    Koen De Leus
    “Dalende bedrijfswinsten versus versnellende Amerikaanse groei” (06/11/2015), De Standaard