aankomeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankomeling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkoməlɪŋ / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ko·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aankomen met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e- [1]
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aankomeling | aankomelingen |
verkleinwoord | aankomelingetje | aankomelingetjes |
aankomeling
- beginner
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aankomeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.