Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·klik·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanklikwoning aanklikwoningen
verkleinwoord aanklikwoninkje aanklikwoninkjes

Zelfstandig naamwoord

de aanklikwoningv

  1. kleine woning die aan een bestaand huis kan worden vastgemaakt, meestal voor ouderen die zo bij hun kinderen kunnen wonen

Gangbaarheid