aanklemmen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanklemmen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋklɛmə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·klem·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanklemmen |
klemde aan |
aangeklemd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanklemmen
- (techniek) een klemming steviger maken
- (figuurlijk) een bewijsvoering sterker maken
Gangbaarheid
- Het woord aanklemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.