aanhorigheid
- Geluid: aanhorigheid (hulp, bestand)
- IPA: / anˈhorəxhɛit / (4 lettergrepen)
- aan·ho·rig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhorigheid | aanhorigheden |
verkleinwoord | aanhorigheidje | aanhorigheidjes |
de aanhorigheid v
- het tot een groep of partij behoren
- Zij hadden veel politieke aanhorigheid.
- Het woord aanhorigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.