aangestoken
- Geluid: aangestoken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌstokə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·ge·sto·ken
- vervoeging van aansteken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gestoken ww
stellend | |
---|---|
onverbogen | aangestoken |
verbogen | - |
aangestoken
- met een begin van rotting
- Bij voor winterprovisie opgeslagen appels en peren kunnen aangestoken exemplaren het gave fruit aansteken.
- besmet
- De aangestoken kinderen kregen nu ook de mazelen.
vervoeging van: | aansteken… |
verbogen vorm: | aangestokene |
aangestoken
- voltooid deelwoord van aansteken
- Het woord aangestoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.