aanfokken
- aan·fok·ken
- samenstelling van aan bw en fokken ww
aanfokken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanfokken |
fokte aan |
aangefokt |
zwak -t | volledig |
- van dieren: door fokken vermeerderen
de aanfokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aanfok
- Het woord 'aanfokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanfokken" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be