aandeelhouder-geldschieter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·deel·hou·der-geld·schie·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandeelhouder-geldschieter aandeelhouder-geldschieters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aandeelhouder-geldschieterm

  1. iemand die zowel aandelen bezit van een onderneming als ook geld heeft geleend aan dat bedrijf

Gangbaarheid


Verwijzingen