aalhouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aal·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aal zn en houder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalhouder | aalhouders |
verkleinwoord | aalhoudertje | aalhoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aalhouder m
- (visserij) emmer waarin men paling kan bewaren
Gangbaarheid
- Het woord 'aalhouder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.