Z-verpleegkundige

  • Z-ver·pleeg·kun·di·ge
enkelvoud meervoud
naamwoord Z-verpleegkundige Z-verpleegkundigen
verkleinwoord

de Z-verpleegkundigev / m

  1. (beroep) iemand die zwakzinnigen en verstandelijk gehandicapten verpleegt of verzorgt
    • Vanaf 1957 zijn Z-verpleegkundigen voor de zorg aan mensen met een verstandelijke handicap opgeleid, alhoewel deze opleiding pas in 1978 de wettelijke erkenning als verpleegkunde opleiding kreeg. [1]

Na de invoering van een nieuw opleidingenstelsel voor de verpleegkunde in 1997 is het woord Z-verpleegkundige buiten gebruik geraakt.[1]