verpleegt
- ver·pleegt
vervoeging van |
---|
verplegen |
verpleegt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verplegen
- Jij verpleegt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verplegen
- Hij verpleegt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verplegen
- Verpleegt!
- Het woord verpleegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.