Deze Volendammer slentert wat rond op 23 december 1963, een heel koude winterdag.
  • Vo·len·dam·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord Volendammer Volendammers
verkleinwoord

de Volendammerm

  1. (demoniem) een inwoner van Volendam, of iemand afkomstig uit Volendam
stellend
onverbogen Volendammer
verbogen -

Volendammer

  1. (demoniem) op Volendam betrekking hebbend