Trinidadiaans
- Tri·ni·da·di·aans
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Trinidadiaans | Trinidadiaanser | Trinidadiaanst |
verbogen | Trinidadiaanse | Trinidadiaansere | Trinidadiaanste |
partitief | Trinidadiaans | Trinidadiaansers | - |
Trinidadiaans
- (demoniem) op Trinidad en Tobago betrekking hebbend
Demoniemen bij Trinidad en Tobago in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Trinidadaan, Trinidadiaan • bijvoeglijk: Trinidadaans, Trinidadiaans |
- Het woord Trinidadiaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.