dansles
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dans·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dans ww en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dansles | danslessen |
verkleinwoord | danslesje | danslesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (dans) (onderwijs) onderwijs in dansen gedurende een kortere periode
- De complete danscursus bestaat uit 30 danslessen.
- de complete danscursus
- De jongen vond het vreselijk dat hij op dansles moest.
Gangbaarheid
- Het woord dansles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dansles" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be