Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Sin·ti
Woordherkomst en -opbouw
  • alleen meervoud van Romani Sinti mv, waarmee dit volk zichzelf aanduidt; de Sinti worden vaak tot de Roma worden gerekend, maar Roma kan ook worden opgevat als benaming van een afzonderlijk volk
enkelvoud meervoud
naamwoord Sinti
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Sintimv

  1. volk dat oorspronkelijk afkomstig is uit Azië en vanaf de late middeleeuwen vaak een zwervend bestaan in Noordwest-Europa leidde
     Het was terecht dat aan de slachtoffers die op 4 mei genoemd worden naast militairen en verzetsstrijders in een later stadium de vermoorde Joden, Roma en Sinti, politieke gevangenen en homoseksuelen zijn toegevoegd.[1]
     Van de bijna 250 Sinti en Roma op het transport overleven dertig de concentratiekampen. Zoni Weisz ziet zijn familie nooit meer terug. Herinneringscentrum kamp Westerbork herdenkt zondag dat het zogenoemde zigeunertransport 75 jaar geleden vertrok.[2]
Hyperoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord Sinti Sinti
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Sintim

  1. persoon uit dit volk

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Hans Maarten van den Brink
    “Wie alles tegelijk wil herdenken, herdenkt niets” (8 mei 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Daniël Heeringa
    “75 jaar na het zigeunertransport: 'Het was het laatste wat ik van mijn familie zag'” (Vrijdag 17 mei 2019, 17:20), NOS