Ruul

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Ruul

	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	en Ruul	die Ruul
datief	re Ruul	der Ruul
accusatief	en Ruul	die Ruul

Zelfstandig naamwoord

Ruul, v

1. regel

   «Well, heidesdaags iss sell net meh die Ruul.»

   Nou ja, vandaag is dit niet langer de regel.

Opmerkingen

• Duits: Regel, v
• Engels: rule