Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Pra·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Pragenaar Pragenaren
Pragenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Pragenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Praag, of iemand afkomstig uit Praag
    • Petr is een rasechte Pragenaar, Petr is in Praag geboren en getogen 
Synoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid