• Pe·ri·ziet
enkelvoud meervoud
naamwoord Periziet Perizieten
verkleinwoord

de Perizietv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van een oorspronkelijke bevolkingsgroep van Kanaän-2, wonend in het berggebied van Efraïm-3 (23×: Gen. 13:7 +, Ex. 3:8 +, Deut. 7:1 +, Joz. 3:10 +, Recht. 1:4 +, 1 Kon. 9:20, Ezra 9:1, Neh. 9:8, 2 Kron. 8:7)
  • Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Perizziet