Nieuw-Caledoniër

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Nieuw-Ca·le·do·ni·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Nieuw-Caledoniër Nieuw-Caledoniërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Nieuw-Caledoniërm

  1. (demoniem) een inwoner van Nieuw-Caledonië, of iemand afkomstig uit Nieuw-Caledonië
Verwante begrippen

Gangbaarheid