Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mid·ja·niet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Midjaniet Midjanieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Midjanietv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (demoniem) lid van het volk of inwoner van het land Midjan (5×: Gen. 37:28 +, Num. 10:29 +)

Gangbaarheid

Verwijzingen