Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: mediapark
  • Me·dia·park
enkelvoud meervoud
naamwoord Mediapark
verkleinwoord

het Mediaparko

  1. (media) de naam van het afgegrensde gebied in Hilversum waar veel radio- en televisiebedrijven zijn gehuisvest
    • RTL4-weervrouw Amara Onwuka is wel heel erg blij dat de zomer is aangebroken. In het Mediapark in Hilversum - haar werkplek - maakte ze een wat hysterisch dansje om het nieuwe seizoen te verwelkomen. [1] 
    • Zoals het er nu naar uitziet, zal de moeder van Glennis dus ook dé uitzending van komende nacht missen: dé show waarin haar dochter die het tot de finale geschopt heeft misschien zelfs tot winnares van het Amerikaanse programma wordt uitgeroepen. Of iemand met veel power op het Mediapark daar dan nog niet wat aan kan doen, vraagt ze vandaag zich af - vanaf de bank in haar huiskamer in de Amsterdamse Jordaan. [2]