Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Lu·an·dees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Luandees Luandezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Luandeesm

  1. (demoniem) een inwoner van Luanda, of iemand afkomstig uit Luanda
Verwante begrippen
stellend
onverbogen Luandees
verbogen Luandese

Bijvoeglijk naamwoord

Luandees

  1. (demoniem) op Luanda betrekking hebbend

Gangbaarheid